Sinds de invoering van Windows 10 is Microsoft op zeker moment gestopt met de ondersteuning van ‘Thuisnetwerk’. Dat was een vereenvoudigde manier om twee (of meerdere) computers in huis te koppelen. Zo kon je bijvoorbeeld bestanden op de andere computer openen en bewerken. Voorwaarde was wel dat beide computers uiteraard aan stonden. Maar kan dat dan niet meer? Jazeker, maar je moet er even wat voor doen.
Netwerk in verkenner
Als computerexpert in spe weet je natuurlijk al hoe je de verkenner opent. Dat is dat gele mapje op je taakbalk onderin. Klik daar maar eens op. Nu opent een scherm met de de plattegrond (layout) van je computerschijf.
Links zie je de hoofdonderdelen, in het grotere scherm rechts de inhoud van wat je links hebt aangeklikt. Klik links maar eens op ‘Netwerk’. Je ziet dan alle apparaten in je netwerk die Windows heeft herkend. Voor nu kijken we naar het onderdeel ‘computers’.
Wie ben jij?
Iedere computer in je netwerk heeft een naam. Het is handig om die te weten natuurlijk. Maar hoe vind je die? Klik op de startknop linksonder (die raampjes). In het linker kolommetje zie je het instellingen icoon in de vorm van een tandwieltje. Die heb je nodig. Wanneer je daar op klikt zie je het volgende scherm.
Ik heb het al met rood aangegeven voor je, het gaat ons om het onderdeel ‘Systeem’ klik daar op. Vervolgens op ‘Info’ Zie je dat niet direct, scroll dan even naar beneden.
Zo, we zijn er. In dit scherm zie je de naam van je computer en heb je ondertussen wat meer geleerd over het onderdeel ‘Instellingen’. Van fabriekswege uit kan de naam er raar uitzien. Wil je je computer een begrijpelijke naam geven kan dat hier ook. Klik dan op de knop ‘Naam van pc wijzigen’. Let op, je kan alleen verbindingsstreepjes gebruiken, geen liggende streepjes. Bijvoorbeeld ‘PC-JAN’ of ‘LAPTOP-JAN’ Nu is je computer beter te herkennen in je netwerkscherm.
Terug naar ons netwerk
Nu we de computer een herkenbare naam hebben gegeven of weten wat de naam is, kunnen we een stap verder gaan.
Onder het kopje ‘Computer’ staan overigens ook apparaten zoals een NAS (Network Attached Storage), een harde schijf die in het netwerk is opgenomen. Bij mij is dat het geval.
Ook al is het onderdeel ‘Thuisnetwerk’ niet meer actief, we kunnen wel degelijk een koppeling maken. Daar was nog wel één beletsel bij. Men moet een account (inlognaam en wachtwoord) hebben op de computer waar je een koppeling mee wilt maken. Gelukkig is dit uit te zetten, wat het koppelen makkelijker maakt.
Netwerkkoppeling zonder account
Om de computer naar onze hand te zetten, wij zijn tenslotte de baas, hebben we weer de instellingen nodig. Dus via het startmenu weer naar het handige tandwieltje. Nu gaan we gebruik maken van de handige zoekfunctie in dat onderdeel. Typ hiervoor in het zoekvenster ‘geavanceerd delen’.
Wat we zoeken staat nu in beeld, ‘Instellingen voor geavanceerd delen beheren’. Nu kan je daar op klikken. In het scherm dat nu tevoorschijn komt, zie je onderaan ‘Alle netwerken’ staan. Klik op het pijltje wat aan de rechterkant staat om dit onderdeel te openen. Dan zie je dit:
Het spreekt voor zich, klik nu op het bolletje voor ‘Met wachtwoord beveiligd delen uitschakelen’. Als laatste klik je onderaan op ‘Wijzigingen opslaan’. Voor de zekerheid controleer je nog even of het delen is toegestaan. Hiervoor klik je via het pijltje aan de rechterkant van ‘Alle netwerken’ om dit onderdeel te sluiten. Nu klik je op het pijltje achter de bovenste regel, ‘Particulier netwerk’. Controleer of delen en bestands- en printerdelen aan staan. Zo niet, klik ze dan aan. Vergeet niet onderaan de pagina op “Wijzigingen opslaan’ te klikken.
Sluit dan alle schermen.
Mappen op andere computer gebruiken
Wanneer je nu de verkenner opent, ga je naar ‘Netwerk’ en klik je op de naam van de andere computer. In het grote scherm rechts zie je nu de mappen die gedeeld zijn op de andere computer. Deze kan je open klikken en de bestanden bekijken/bewerken. Je kan er ook voor kiezen om voor de map(pen) die je het meest van de andere computer gebruikt, een standaard koppeling te maken. Klik hiervoor op de gewenste map met rechts. In het menu dat nu openklapt kies je voor ‘Netwerkverbinding maken…’
In het volgende scherm kan je een driveletter toekennen aan de gekozen map. De driveletter gebruikt de computer om het gedeelte van een harde schijf (partitie) te herkennen. Zo is de standaard driveletter van de schijf waar Windows op staat de C:\ drive. Met het pijltje achter ‘Station’ kan je zelf een driveletter aangeven. Even op voltooien klikken en je bent klaar.
Wanneer je nu de verkenner start, zie je in de linker kolom je netwerkverbindingen staan. In het voorbeeld hiernaast zijn dat drives M: en V:. In dit geval mappen op mijn NAS (Network Attached Storage).
Let op! De koppeling kan alleen gemaakt worden als beide computers aan staan. Wanneer de computer waar verbinding mee gemaakt moet worden uit staat, zal je een melding krijgen dat Windows netwerkverbindingen niet kan maken. Dit kan je gewoon negeren. We zijn aan het einde van de uitleg. Mocht je nog vragen hebben, contact me gerust. Je hebt eigenlijk wel wat verdiend na al dat werken.
